Op het feest van Christus Koning geven onze kandidaat-vormelingen hun naam op. De nieuwe Chiro-leiding ontvangt zijn leiderskoord met fluitje.
Het feest wed ingevoerd door paus Pius XI in 1925 ter gelegenheid van de 1600-jarige viering van het Concilie van Nicea. Op dat concilie werd de geloofsbelijdenis geschreven die we tot op vandaag gebruiken.
De term Christus Koning verwijst naar een van de 3 functies van Jezus als messias: Koning, Priester en Profeet.
Wat kan vertelt dit feest ons vandaag over onze eigen kerksituatie ?

Feest van nabijheid en dienstbaarheid

Christus Koning is geen heerser met kroon of troon, maar een herder die zich bekommert over mensen.  Zijn gezag komt niet voort uit macht, maar uit liefde. Zijn koningschap is één van nabijheid, barmhartigheid en dienstbaarheid – een weg die ook de Kerk vandaag is toevertrouwd.

Te midden van zijn volk

In ons bisdom, en breder in Vlaanderen, wordt veel nagedacht over kerkenbeleid: fusies, gebouwen, structuren. Dat is begrijpelijk, maar het gevaar bestaat dat de aandacht vooral uitgaat naar het beheren van wat nog overblijft, in plaats van het ontvouwen van nieuw leven. Zo dreigt een oud kerkbeeld te herleven: een Kerk waarin het volk van God vooral uitvoert wat van bovenaf bepaald wordt, terwijl Christus zelf juist leeft te midden van zijn volk – luisterend, delend, helend.

Het feest van Christus Koning herinnert ons eraan dat Kerk-zijn begint met nabijheid: aanwezig zijn waar mensen wonen, werken, hopen en zoeken. De Kerk is pas echt Kerk waar zij luistert naar het leven van mensen, waar verbondenheid groeit over grenzen heen, en waar geloof zichtbaar wordt in zorg, gastvrijheid en solidariteit.

Ook het priesterbeeld vraagt in dit licht hernieuwing. De priester van vandaag is geen bestuurder of rentmeester van structuren, maar een dienaar van gemeenschap – iemand die bruggen slaat, vertrouwen wekt en mensen helpt groeien in geloof en verbondenheid. Zijn roeping is niet om de kudde te controleren, maar om haar te bezielen.

Christus trekt naar buiten

Tegelijk zien we hoe kerkelijk bestuur en burgerlijke overheid elkaar vaak vinden in een soort “monsterverbond” van efficiëntie: parochies worden samengevoegd, kerken herbestemd, beslissingen gecentraliseerd. Wat organisatorisch logisch lijkt, kan pastoraal verlammend werken, omdat het de blik naar binnen richt, terwijl Christus juist naar buiten trekt.

Wanneer dan de eucharistie of de sacramenten als rechtvaardiging voor dit beleid worden aangehaald, klinkt dat als een drogreden. Want de sacramenten krijgen pas betekenis binnen een levende gemeenschap van geloof  en niet binnen vier muren.

Misschien is dit wel het moment om onze blik te verbreden. Niet langer te vragen hoe we de Kerk kunnen behouden, maar hoe we haar opnieuw kunnen laten ademen – dicht bij de mensen, open naar de wereld. Een Kerk die durft loslaten om te vernieuwen en tegelijk verankerd blijft in haar geloofstraditie. Een kerk waarin priesters en gelovigen samen verantwoordelijkheid dragen, en waarin verbondenheid sterker weegt dan grenzen. Een Kerk die niet wacht, maar gaat: met open ogen, een warm hart en een blijde boodschap voor iedereen.

Christus Koning nodigt ons uit om opnieuw te kiezen voor zijn manier van “koning zijn”: niet heersen, maar dienen; niet behouden, maar zenden; niet grenzen trekken, maar verbinden. Een Kerk die zo leeft, wordt weer geloofwaardig: nabij waar mensen zijn, open naar de wereld, gedragen door gemeenschap. Zo kan het Rijk van Christus groeien – niet in macht of aantal, maar in liefde, vrede en gerechtigheid.

“Heer Jezus, Koning van de vrede, leer ons U te volgen in dienst en eenvoud

Diaken Luk Thomas

pastoraalcoördinator

Zoeken

Dekenaal nieuws